Emotionele Ontwikkeling

Kwetsbaar durven zijn, zelfvertrouwen ontwikkelen. Bij het maken van een beeldend werkstuk komt durf en zelfvertrouwen kijken. Ieder werkstuk is zeer persoonlijk. Hier dient zeer voorzichtig mee te worden omgegaan, zeker in het klassikaal bespreken van de werkstukken. Het is dus belangrijk dat er gewerkt wordt aan een een veilig en positief klimaat. Maar ook goede opbergmogelijkheden voor de werkstukken zijn belangrijk: als iets steeds kapot of kwijt is verliest de leerling het idee dat zijn/haar werkstuk waardevol is en verliest de intrinsieke motivatie. Door een goed geoutilleerd lokaal ervaart de leerling dat het vak serieus genomen wordt, dus dat wat de leerling doet ook serieus genomen wordt.

In de opdracht ruimte geven voor de eigenheid van de leerling; bevestigen en aanmoedigen van beeldende talenten. Niet iedere leerling zal artistieke of beeldende gaven hebben. Daarom dient uitgegaan te worden van het eigen niveau. Het proces van de ontwikkeling is dan belangrijker dan het eindproduct. Arbeid wordt beloont, ook al is het eindresultaat niet geweldig. Ruimte aan de eigenheid biedt je onder andere in de opzet van de opdrachten, maar ook in de persoonlijke dummy die met experimentele opdrachten en vooronderzoek voor het te maken werkstuk gevuld wordt (denk aan schetsen, collage, etc.). Door middel van dit procesverslag krijgt de docent inzicht in het ontwikkelingsproces van de leerlingen. Dit neem je serieus door zowel het product als het proces te beoordelen. Afwisseling van groepsopdrachten en individuele opdrachten is eveneens belangrijk. 

Gevoelens leren uiten door middel van beeld; zelfexpressie. De leerlingen kennis en ervaring op laten doen met de werking van de verschillende materialen (als het ware de vocabulaire vergroten), zodat ze deze in kunnen zetten bij hun experimenteel onderzoek, en hierbij ook herhaaldelijk werk van diverse kunstenaars laten zien (hoe die dat doen) in de les én permanent in het lokaal (en de school).